Wie heeft hier niet gezwommen?


Bijna 55 jaar lang is zwembad Thialf een belangrijke ontmoetingsplek voor veel Arnhemmers tot de gemeente Arnhem in 1987 besluit het bad te sluiten. Voor de zwemverenigingen Neptunus, Esca, en de Arnhemsche Zwemclub was Thialf het oefenterrein en soms ook hun wedstrijdbad. Veel kinderen hebben hier leren zwemmen en verbleven hele zomers, samen met familie en vrienden, in Thialf. Herinneringen aan het zwembad zijn verzameld aan de hand van foto’s uit verschillende prive albums. Lees hier de verhalen achter de prachtige foto’s die zijn bij gebleven. (Interviews Maxime de Vries)

#1: Cees van Dijk

In Thialf is het altijd druk. Mijn zussen kennen de badmeesters, ik heb geluk dat ik dankzij hun als enige nog na sluitingstijd het zwembad mag verkennen. We kijken vaak naar waterpolowedstrijden van Neptunus, met in het doel de beste keeper van de wereld: Ben Kniest. Een man die overigens in de toekomst mijn kapper zal worden. In het souterrain staat een kleine snoepwinkel, met altijd een ontzettend vrolijk mens achter de toonbank. Mijn vrienden en ik zitten daar vaak te ouwehoeren – iets wat ze later ‘chillen’ gaan noemen. In de winter wordt het enorme weiland tussen het zwembad en de spoorlijn naar Zevenaar gevuld met water en omgetoverd tot een ijsbaan. Op de foto zie je badmeester Jan Schipper heet ie geloof ik en een jongedame. Hij laat haar het grote bad zien, het populairste bad waar ook de hoogste duikplank staat. Schippers was strikt, maar kon in goed gezelschap zijn mondhoeken om laten krullen en je buikpijn bezorgen van het lachen. Eenzelfde grijns toont hij op de foto. Wie de dame is, weet ik niet. Een goed gezelschap vast.



#2: John Kateman

Het is een warme zomerdag. Mijn moeder smeert zachte witte boterhammen met beleg en samen met een fles limonade verdwijnen ze in een rieten mand, die ik mag tillen. We lopen de grote groene deur aan de Dullertstraat in en wandelen het grindpad af, waar een imposante man ons om onze toegangsbewijzen vraagt: wij hebben een abonnement dus mogen als ware VIP’s doorlopen. Het zwembad heeft gescheiden baden voor jongens en voor meisjes, maar we ontmoeten elkaar op een drijvend vlot in het midden van het grote bad. We lachen, spelen en dagen elkaar uit. Tegen de tijd dat de baden niet meer gescheiden zijn zwem ik bij zwemvereniging Esca, het is dan ongeveer 1960. Je ziet mij rechtsonder op de foto. Dagelijks trainen we fanatiek. Wie had ooit verwacht dat jaren later mijn kinderen mijn voetstappen bij Esca zouden volgen en dat zelfs mijn kleinkinderen net zulke waterratten als hun opa zouden worden.




#3: Bep Corman (1921 - 2009)

Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat spendeer ik zeker de helft van mijn zomerse jeugddagen in Thialf. Vanuit de binnenstad wandel ik met een deken onder mijn arm naar het zwembad, waar mijn vriendinnen en ik onze vaste plek bezetten vlak naast het spoor. Echte ligplekken zijn er nog niet. De sfeer is altijd gemoedelijk, vechten en ruzie zijn onbekende begrippen voor ons. En als je iemand in het water dondert kun je beter meteen je handdoekje inpakken. Onze ouders geven ons ieder dag een paar losse centen en daar moeten we het mee doen. Als iemand zijn geld vergeet, zorgen we voor een klein potje waar diegene in ieder geval een zoute schuine van kan kopen. Ik heb er de tijd van mijn leven gehad.




#4: Monique Nijhoff

Ik kom dagelijks in Thialf, waar ik heb leren zwemmen van een imposante badmeester waar ik stiekem een beetje bang voor was. Ik zit bij de Arnhemsche Zwem Club en ben fanatiek waterpoloër. Voordat mijn les begint op het Stedelijk Gymnasium, trek ik snel een paar baantjes in het zwembad. Ook in de zomermaanden is het ’s ochtends fris. De temperatuur van het water ligt rond de zestien graden, maar gelukkig mogen we van de badmeester onze kleren in het kachelhok bewaren zodat ze na afloop lekker warm zijn. We warmen ons
op in de kleine, warme ruimte en haasten ons naar school. In de zomer van 1977 worden we kampioen van dames 1 in onze klasse, we bewaren het moment met een foto op het stenen boogje. De dame met de grote bos krullen ben ik. Het boogje waar we op zitten is overigens een van de weinige dingen dat van het oude Thialf terug te vinden is.




#5: Marianne Schaareman

We ontmoetten elkaar in Thialf. Op een groot grasveld liggen mijn vriendinnen en ik te zonnen. Zo rond mijn vijftiende begin ik steeds meer om me heen te kijken en komen er af en toe wat jongens op ons kleedje zitten. “Hé! Vraag jij eens of hij ook bij ons komt liggen,” vraag ik mijn vriendin, al wijzend naar Jan. “Hé! Marian vraagt of je ook bij ons komt liggen,” roept ze nonchalant naar hem. Na verloop van tijd komt hij steeds vaker bij me zitten en begint de liefde te bloeien. We zijn inmiddels bijna 50 jaar getrouwd.



#6: de moeder van Marianne Schaareman

Ik ben een jaar of dertien als mijn moeder in de garderobes van Thialf werkt. Met een mooi woord noemen we dat in 1957 een “garderobejuffrouw”. Mensen die hun kleding afgeven ontvangen van mijn moeder een nummertje die ze vervolgens na afloop weer inleveren. Mijn moeder werkt er een aantal zomers, hoeveel weet ik niet precies. Ik vind het leuk dat ze ook in het zwembad is. Vanuit haar werkplek kan ze me amper zien; ik kan doen en laten wat ik wil. Op de foto zie je twee vrouwen: mijn moeder aan de rechterkant en haar halfzus (mevrouw van Beersum) links. Tussen de mannen zit een badmeester, een kaartjesverkoper, een schoonmaker, een technicus en de mannen met de hoge laarzen noemen we “de prikkers”. Na sluitingstijd speuren zij het terrein af op snoeppapiertjes.




#7: Peter Welting

Ik woon in de Stadhoudersstraat, waar ik maar een paar minuten verwijderd ben van Thialf; de plek waar kinderen en volwassenen ieder jaar samenkomen. Het is zomer, en ik ben een jaar of zes als we bijna iedere dag naar het zwembad gaan. Ik kan me verheugen op de middagen. Mijn vader werkt op de Velperweg en net zoals veel van zijn collega’s, haast hij zich in de middagpauze naar Thialf om samen met mij, mijn moeder en mijn zus te lunchen. Na ongeveer een uur vertrekt hij, maar even na zessen ontmoeten we elkaar weer en trekt hij nog snel een paar baantjes voordat we allemaal naar huis gaan. In deze dagen mogen mijn zus en ik zelfs langer opblijven, maar meestal kunnen we onze ogen amper openhouden na een dag vol zwempret.




#8: Gerrit Jansen

Mijn grootvader was voorzitter van de Arnhemse zwem- en poloclub Neptunus. Voordat Thialf in 1932 werd geopend, was de zwemclub meestal in het Rijnbad, een afgezet gebied in de Rijn, te vinden. Nadat mijn vader het stokje overnam als bestuurslid bij Thialf en voorzitter van Neptunus werd, bracht hij mij ook vaak mee. In de jaren 60’ zijn we met Neptunus in de landelijke hoofdklasse belandt en hebben we zelfs ons 75-jarig bestaan in Thialf gevierd.

Mijn vader was waterpolotrainer bij de Olympische Spelen in Mexico, waar ook de Arnhemmers Ad Molhuyzen en Bart Bongers onderdeel uitmaakten van het zevental. Daarna zijn ook Hans van Zeeland (later coach van het Nederlands zevental), Bart Bongers, Ad Molhuyzen en Rik Tonen voor de Olympische Spelen vertrokken naar Montreal, waar ze met behulp van mijn vader uiteindelijk brons hebben behaald. Neptunus heeft flinke internationals afgeleverd, waaronder ook Ben Kniest. Hij staat op nr 66 van de top 100 van de beste waterpoloers . Ben was ook kapper, eerst bij mijn vader in de zaak, later had hij een eigen zaak in Arnhem. Mijn vader heeft het allemaal meegemaakt: hoe we van het district naar de hoogste klasse zijn gegroeid.

Het was traditie dat de hele poloclub op zondag bleef hangen. We voetbalden, kaartten en speelden tennisvoetbal in het weiland naast het zwembad. Ik vond het dan ook een rare beslissing van de gemeente Arnhem om het zwembad Klarenbeek te bouwen. Klarenbeek was mooi, maar Thialf was hét volksbad. Iedereen uit Arnhem kende het en in het zwembad kon je alles doen: eten, spelen, zonnen, sporten en uitrusten. Mijn vader was altijd overal aanwezig, ik hield me meer op de achtergrond. Zelf ben ik trouwens ook onderdeel geweest van het Nederlandse zevental. Ik train nog steeds de jonge waterpoloöers van Neptunes, maar nu in zwembad Valkenhuizen.






#9: Joep Mannaerts


We zijn in het jaar 1974. In deze zomer kom ik voor het eerst in Thialf. In 1970 ben ik naar het Spijkerkwartier verhuisd, waar ik vanuit de Emmastraat op een paar minuten loopafstand van het zwembad ben. Na mijn werk wandel ik naar het zwembad en neem ik een verkoelende duik in het water. Er zijn genoeg mensen die om zeven uur ’s ochtends al staan te popelen om in het water te springen, maar ik ben meer een recreatieve zwemmer. De zomers van ’75 en ’76 zijn bloedheet, het zijn topjaren voor het zwembad. Het accent ligt op moeders met kinderen en de opgroeiende jeugd vanaf een jaar of achttien, maar natuurlijk is iedereen welkom. In 1981 beginnen de protesten tegen de sluiting. De sluiting van het zwembad is een verlies voor de buurt, of beter gezegd voor een heel stadsdeel.






#10: Ab Veenhuizen


Op deze foto zie je mijn moeder en mijn twee ooms staan. Mijn moeder zwemt in een zwemclub. Samen met een aantal dames van haar leeftijd is ze dagelijks in het grote bad te vinden. In de middagpauze van school gaan alle kinderen van de dames van het zwemclubje niet naar huis, maar haasten we ons naar zwembad om een boterhammetje te eten en snel een duik te nemen samen met onze moeders. Een van de dames zal later trouwen met de badmeester. De oorlog is net voorbij en het zwembad is nog vies. Het water is donker en je moet niet schrikken als een groepje kikkers je tijdens het uitrusten op het grote vlot, vergezelt. Directeur de Wit, een man met veel eerbied, zag erop toe dat het bad grondig werd schoongemaakt. Ondertussen is het zwembad tot twaalf uur ’s middags gescheiden. Een balk in het midden van het grote bad zorgt ervoor dat de meisjes van de jongens gehouden worden. De tieners verheugen zich op het moment dat de balk wordt weggesleept, maar ik ben nog te jong (een jaar of acht) om me druk te maken over meisjes.







#11: Clara Gunsing (1915 - 1995)


De Arnhemse Clara Gunsing is in de geschiedenis van Neptunus altijd de eerste echte wedstrijdzwemster. Ze zwom in de tijd dat de damesleden zeer streng gescheiden werden van de heren, en wie de moed had om over gemengd zwemmen te praten werd door vele eerbiedwaardige leden niet voor normaal gehouden. De badmeester was verantwoordelijk om de mannen op afstand te houden. Clara zette records op de drie keer vijftig meter, en haar overwinning op de honderd meter vrije slag staat met sierlijke letters in de geschiedenisboeken van Neptunus geschreven. Clara heeft haar hele leven in Arnhem gewoond.


(met dank aan iedereen die zijn familiealbums heeft geraadpleegd en Het Gelders Archief voor de overige beelden)




2 opmerkingen:

Anoniem zei

Ik geloof niet dat ik toestemming heb gegeven de foto met Jan Schippers te plaatsen. Dat heeft iemand van mijn blog gehaald. Overigens weet ik (Cees van Dijk) heel goed wie de jongedame is die zo gezellig bij Jan Schippers staat!

Erik Vos zei

beste Cees, ik wist niet dat je geen toestemming had gegeven... Kan ik je via de mail of per telefoon bereiken? Mail mij svp even, dank je. erik(at)hetlab.nl